Wednesday, March 18, 2009

Er is waarschijnlijk geen god

De eerder genoemde slagzin van de atheïstische fundi’s luidt “Er is waarschijnlijk geen god. Durf zelf te denken. En geniet van dit leven!” Ik vind deze slagzin het analyseren waard, ik ben tenslotte in de antiatheïsten stemming.

1. Er is waarschijnlijk geen god.
Opzich is dit een legitieme overtuiging. Men kan wel of niet geloven, die vrijheid moeten we elkaar gunnen. Ik heb echter in Paus Floris I al laten zien dat het woordje “waarschijnlijk” misleidend is. De makers ervan geloven namelijk dat God absoluut niet bestaat en ze willen hun overtuiging graag delen met anderen. Ook hier is niets mis mee, al zijn het vaak diezelfde mensen die zich kritisch uitlaten over evangeliserende Christenen. De vraag is überhaupt waarom atheïsten bekeringsdrang hebben. Christenen willen bekeren omdat ze geloven dat er geloof in Jezus het eeuwig leven geeft en daarnaast het leven op aarde een positieve impuls geeft. De atheïst gelooft niet dat het geloof in God enig verschil uit maakt. Hun motivatie moet ongeveer tweeledig zijn. Het eerste probleem is dat ze vinden dat hun visie superieur is en boven alle rationele twijfel verheven. Geloof in God is zo dom als geloof in Sinterklaas. Het komt vooral voort uit onbegrip. Het tweede, veel grotere, probleem zit hem in het feit dat gelovigen er andere waarden op na houden die botsen met de alles-moet-kunnen ethiek van het seculier-humanisme (waar in Nederland grofweg de meeste atheïsten onder vallen). De redenering is: hoe minder mensen geloven, hoe minder oppositie voor de vrije seks, vrije abortus, vrije... alles! Als alles vrij is is er geen juk meer en worden we pas echt gelukkig. De psychiater/schrijver Theodore Dalrymple maakt korte metten met deze filosofie en stelt dat het ontbreken van grenzen aan het gedrag dit gedrag snel ontaard in barbarisme en doelloosheid. Men kan moeilijk stellen dat iemand die zichzelf slaaf maakt/is van zijn eigen behoefte (als een dier) werkelijk vrij is. Het beheersen van vleselijke behoefte maakt een mens een (fatsoenlijk) mens en geen dier.

2. Durf zelf te denk.
Mensen die in God geloven denken niet zelf. Waar komt dat vooroordeel vandaan? Het is toch evident dat intelligentsia als Pascal, Newton, Augustinus, Bonhoeffer en Kuyper (en meer recent mensen als Cees Dekker, Rene van Woudenberg en Roel Kuiper) voor zichzelf dachten? Ik ben geneigd, door mijn eigen ervaring zelfs het omgekeerde te beweren. Ik ben opgegroeid in een vrijzinnig Christelijke omgeving waarin met een bepaald dedain over orthodoxen (evangelicalen en reformatorici) werd gesproken. Dat waren fanatici, niet OSM (ons soort mensen). Ook op school hing eenzelfde sfeer: een overtuigd geloof in God (dus in “het Licht” of welke zweefteven aanduiding er in vrijzinnige kringen wordt gebruikt) is achterlijk. Evolutie is waar, ethiek is iets voor mensen persoonlijk en daar mag je zeker niet over oordelen (opdat gij niet geoordeeld worden). In onze kerk werd dus ook nooit over ethiek gepraat, de jeugd was ook niet te onderscheiden van niet-christenen. De kerk dacht zo de jeugd binnen te houden, uiteraard had het juist het tegenovergestelde effect want wat heb je nog in een kerk te zoeken als het zich niet onderscheid? Het behoeft weinig verdere toelichting dat ik ben opgegroeid als een gezonde liberale jongen, licht links maar met een voorkeur voor het CDA. Laat dit nou toevallig ook zo gelden voor de ruime meerderheid van de Nederlandse bovengemiddeld intelligente middenklasse. Uiteraard was een geloof in God niet iets waar ik heel serieus mee bezig was en helemaal niet iets waar je openlijk voor uitkomt. Zo ben ik ongemerkt in het seculier-humanisme gegleden, zonder kritisch te denken (dat kun je van een puber ook niet verwachten). Eigenlijk had ik tot op dat moment niet echt voor mezelf gedacht, ik was 18 en had een VWO diploma.
Toen vertrok ik naar de VS, naar een orthodox-gereformeerd college. Dit was nogal een botsing van paradigma’s. Uiteindelijk leidde dat voor mij tot een paradigmawisseling. In feite vielen de schellen van mij ogen. Bij terugkomst in Nederland werd de leugen van de seculier-humanistische (en linkse) meerderheid mij pas duidelijk en de kritiekloosheid waarmee dit paradigma word geaccepteerd. Het volgen van dit paradigma is in mijn ogen dus absoluut niet “voor jezelf denken” maar het slaafs volgen van de meerderheid.
Zowel gelovigen als ongelovigen volgen anderen in hun denken, je hoeft het wiel immers niet 2x uit te vinden. Maar de arrogantie waarmee atheïsten claimen “zelf te denken” (in tegenstelling tot de christelijke schapen die allemaal geïndoctrineerd zijn!) is misplaatst.

3. En geniet van dit leven!
Nog een klassiek misverstand: Christenen genieten niet van dit leven. Ik heb nog nooit een onderzoek gezien waaruit blijkt dat Christenen minder gelukkig zouden zijn. Het is bij dergelijke onderzoeken altijd lastig te bepalen wie als Christenen aangemerkt kunnen worden, want katholieken die met Pasen en Kerst naar de kerk gaan noemen zichzelf ook al snel Christen.
Maar waarom denken seculier-humanisten dat Christenen minder gelukkig zouden zijn? Het antwoord ligt voor de hand: ze moeten zich aan restrictief morele regels houden!
Allereerst is het woordje moeten op Christenen niet van toepassing. Gods leer volgen doe je vanuit je relatie met God, niet omdat je gedwongen word (al kan dit in geperverteerde religieuze gemeenschappen natuurlijk wel zo zijn).
Verder is het leven volgens een restrictieve moraal een groot goed, het onderscheid ons van dieren. Het bepaalt ons fatsoen. Een leven in dienst van onze geneugten is een banaal leven. Met name op het gebied van seks is er medelijden. Echter, mannen die dagelijks naar porno kijken kunnen onmogelijk geprezen worden voor hun uniek vertoon van gebrek aan morele restricties. Nee, ze worden (terecht) gezien als sneue verslaafden van hun eigen vlees. Niemand kan toch serieus menen dat iemand gelukkiger word van losse seksuele relaties dan van een waardevolle, monogame relatie. Overigens blijkt uit onderzoek dat Christelijke vrouwen in de VS meer tevreden over hun seksleven zijn dan niet-Christenen. Ironisch, niewaar?

Het schrijnendste van de slagzin is dat het blijk geeft van een grof gebrek aan begrip van de gelovige medemens. Dat zet de onderlinge verhouding meteen onder spanning en brengt ze langdurig in gevaar. De roep om totalitaire restricties op religie is dan ook een weinig verrassend resultaat.

2 comments:

  1. Ik heb ook een blog geschreven over dit onderwerp, wellicht interessant om eens te lezen: http://vantongeren.blogspot.com/2009/03/bezorgde-billboard-atheisten.html

    ReplyDelete
  2. Luuk, goed commentaar.

    Ik wil nog wat toevoegen als het gaat om; 'Durf te denken'. Met name de leugen die in deze opmerking verborgen ligt en toegedicht wordt aan de verkeerde doelgroep:

    Enerzijds kunnen atheisten theoretisch gezien verdeeld worden in impliciete en expliciete atheisten. De impliciete atheïst, grossimodo van de atheisten, heeft geen weldoordachte mening over het geloof in god(en). Zij hebben zogezegd een impliciet geloof in goden. De expliciete atheïst daarentegen heeft wel een doordachte mening betreffende het geloof in Goden.

    Kort gezegd betekend dit dat het 'Durven te denken...over het bestaan van een God', zeer twijfelachtig wordt toegepast onder de atheisten. Dat kan theisten in ieder geval niet verweten worden.

    Anderzijds, de opkomst van het ietsisme (40% vd Nederlanders - Trouw, 2004); het geloof in een metafysische kracht zonder heel bewust een (bekende) religie aan te hangen. Zij geloven dus niet per definitie in een God, maar erkennen het bestaan van een voor mensen niet direct waarneembare orde, die wel bepalend is of op zijn minst invloed kan uitoefenen, op de gang van aardse zaken. Kenmerkend voor deze groep is de berusting in bovenstaande, waarbij verder onderzoek naar wat dat iets dan moge wezen aan het metafysische lot wordt overgelaten. Met andere woorden, de ietsisten hebben een 'geloof' uitgevonden, een excuus, om de schellen voor de ogen te houden. Je zou het bijna de berusting kunnen noemen van sommige orthodox reformatorische christenen in de uitverkiezing; die met termen als 'de geest is gewillig, maar het vlees is zwak', de verantwoordelijkheid van eigen gedrag, van het eigen durven denken, afschuiven en zichzelf hiervan vrijwaarden: de leugen regeert, de duivel heeft zijn werk gedaan.

    'Durf te denken', volgens mij een goed begin voor de (impliciet) atheist en de ietsist om het bestaan van God toch nog eens nader te onderzoeken.

    Groet, JP

    ReplyDelete