Als u zich afvroeg hoe incestueus de Nederlandse journaille precies is, heeft u in de ontstane hysterie rond de stervende papieren kranten een antwoord. Om met een zeer succesvol, ongesubsidieerd internetproject te spreken: “politici zitten vuistdiep in de kranten.” En wat doe je als politicus om je persoonlijke agenda te legitimeren? Je richt een commissie met een bevriende voorzitter op. Het resultaat laat zich raden: de kranten moeten subsidie krijgen.
De vorm waarin de commissie Brinkman (CDA) dit heeft gegoten is origineel en bizar tegelijk. Heel Nederland moet meer voor zijn internet betalen (=verkapte belasting) zodat de kranten kansloze internetinitiatieven kunnen betalen. Dat dit laatste al 100x is geprobeerd en alleen in het geval van Telegraaf-GeenStijl (GS) succesvol is (al heeft de Telegraaf GS niet zelf opgericht, dat is veelzeggend) geeft aan hoe heilloos deze weg is: een krantenmaker is geen websitemaker.
Ook is er geen inhoudelijke motivatie voor het belasten van internet als geheel om een paar kranten te redden. De link is volstrekt onduidelijk en vanuit de principes redelijkheid en billijkheid niet te verantwoorden. Ik vermoed dat een eventuele wet een rechtszaak (ongetwijfeld aangespannen door GS zelf) een hoge kans van slagen heeft.
Dan is er nog de vraag of deze internetinitiatieven de kranten überhaupt kunnen redden? In principe niet. Een commercieel bedrijf sluit op den duur zijn verliesgevende divisies. Dat zou betekenen dat de bijv NRC nog uitsluitend een website zou zijn. Is dat wat de politiek nastreeft? In betwijfel het.
Daarmee is het voorstel van Brinkman dus op alle fronten kansloos. Het kost de burger weer extra geld, het dupeert willekeurig internetgebruikers ten gunste van krantenliefhebbers (=politici), de kranten worden niet gered en het geld gaat verspild worden. De politiek zal dit zelf ook inzien en moet zich tegelijk afvragen wat de waarde is van dit soort wereldvreemde commissies.
________________________________________________________________________________
En daarom steun ik deze brief van lezer TJ, te A, aan zijn volksvertegenwoordiger:
Geachte heer Atsma,
Vanmorgen las ik in mijn abonnementkrant Trouw dat de commissie Brinkman voorstelt, ten aanzien van een reddingsplan voor de landelijke dagbladen en andersoortige kranten, een internetheffing in te voeren die zal voorzien in (de broodnodige) innovatie voor deze sector. Het lezen van dit voorstel was dusdanig stuitend, dat voor het eerst ik mij met een oproep wend tot mijn volksvertegenwoordiging, bij deze.
In het kader van mijn studie, business & ICT, weet ik het een en ander van businessmodels en innovatie, en weet dat innoverende bedrijven risico nemen, maar daarmee ook concurrerend voordeel hebben. Anders gezegd: zij die hun zaken het best voor elkaar hebben (qua efficientie), hebben budget voor innoverende bedrijfsmodellen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de gratis verspreide kranten, die ook zichzelf kunnen bedruipen.
Met deze heffing ben ik het oneens, zoals eerder al duidelijk was en ik denk dat ik hier niet alleen in sta. Alleen al op de website van Trouw, in reactie op dit onderwerp, zijn al ruim 35 berichten geplaatst, en geen van de auteurs was voorstander van dit voorstel. Twee reacties heb ik eruit gehaald, die de lading dekken van de kritiek en deze ook onderbouwen:
"Wat is dit voor kletskoek? Hoezo, de consument moet betalen omdat duidelijk moet worden dat nieuws niet gratis is? De twee grootste kranten van Nederland, Metro en Spits, zijn nota bene gratis! Je kunt de consument toch niet aanrekenen dat een aantal kranten een verouderd businessmodel heeft?"
en
"De overheid moet met de handen van de krantensector afblijven. Kranten moeten zelf puzzelen, net als elk ander bedrijf, hoe ze overeind kunnen blijven. Kunnen ze dat niet, dan verdwijnen ze gewoon. Er is geen enkele reden om kranten een bijzondere behandeling te geven. Zodra ze hulp krijgen, verdwijnt hun creativiteit en onafhankelijkheid."
Meer dan dit wordt in het artikel in Trouw gestipt aan de brief die door vele gedrukte media aan de regering gestuurd is, namelijk om de oneerlijke concurrentiepositie die de publieke omroep inneemt (door en geld van de staat te krijgen en reclameinkomsten geniet) terug te draaien.
Als laatste dit, en ik hoop en verwacht dat u, als volksvertegenwoordiging, sowieso dit argument meeneemt in de discussie over dit onderwerp: ik ben abonnee van Trouw, en aankomend jaar, wanneer ik aan het werk ben ook van het Financieel Dagblad. Dan ben ik 702,95 euro per jaar!!! kwijt aan dagbladen, wat omgerekend ongeveer 58,50 per maand is. Welke heffing is dan nog gerechtvaardigd te vragen aan mij, wanneer ik uit eigen keus en beweging deze media al ruim ondersteun? Dan vind ik, en wederom denk en verwacht ik niet dat ik hierin alleen sta, dat ik een ontheffing dien te ontvangen voor deze internetheffing.
In afwachting van uw respons, verblijf ik
Met vriendelijke groet
TJ, te A., CDA-lid
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
Ik heb net een stuk geschreven op Bitterlemon, ook over dit onderwerp en met raakvlakken aan je vorige blog.
ReplyDeleteGesubsidieerde "pluriformiteit"